Het sprookje bij de mens, de Sint en het kind
home info publicaties zoeken



Status: Net opgestart     Laatste (geregistreerde) bijwerking: 2006-12-14   




Het sprookje
       bij de mens, de Sint en het kind

Deze tekst is het derde deel van een drieluik, met name:

·         6 december, Sint-Nicolaas

·         10 december, dag van de mensenrechten

·         14 december, geen speciale dag, wel dit derde luik

Drie gezegden

We starten met drie uitspraken, dit in chronologische volgorde.

 1.     Ware liefde

           wordt geboren

          vanuit inzicht

                                de Boeddha

 

2.      Verdeel en heers

                                Julius Caesar

 

3.      Ik verzeker jullie:

          wie het koninkrijk van God niet aanneemt als een kind,

          komt er beslist niet in.

                                Jezus (Marcus 10,15)

 

Een slechte quizvraag zou zijn: “welk citaat hoort er niet bij?”. Een slechte quizvraag? Ja, want er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

“De Juliaanse weg”

De weg van verdeel-en-heers, de weg die Julius Caesar en vele anderen bewandelden, noem ik hier “de Juliaanse weg”; kwestie van het kind een naam te geven, het is tevens een knipoog naar de Juliaanse kalender. Julius, en de Romeinen in het algemeen, hadden groot talent voor organisatie. Hoe? Onder andere door verdeel-en-heers. Dit tijdperk loopt ten einde. Niets, niets materieels, blijft eeuwig bestaan, en maar goed ook. Dus ook niet “de Juliaanse weg”. Deze weg loopt dood; de Juliaanse kalender liep 2.000 jaar geleden al af.

 

Even terugkeren naar “welk citaat hoort er niet bij?”. Eeuwen lang hebben we “de weg van verdeel-en-heers” gevolgd, en daar was het duidelijk dat citaat nr. 1 van de Boeddha er niet bij hoort.

Waarom niet? De mens en de mensheid steunt op twee peilers, met name inzicht en liefde. Onze westerse wereld was – alvast de voorbije 2000 jaar – gericht op macht. Macht heeft inzicht tot vijand. Macht wordt in stand gehouden door verdeel-en-heers en dit wordt dan weer in stand gehouden door mensen dom te houden. Dit hoort bij onze westerse samenleving. Hoort? Hoorde, hierin komt verandering.

De twee peilers

Mogelijks zijn er twijfels over dat er twee peilers zijn -  liefde en inzicht - waarbij de westerse wereld inzicht zwaar miskent. Twijfels? Twijfel is het begin van alle wijsheid, aldus een volkse spreuk.

Even verduidelijken wat ik hiermee bedoel.

Niet om gelijk te halen. Gelijk halen? Dualiteit dus: gelijk en ongelijk. Nee, ik kies niet voor dualiteit. Ieder zijn mening, en laat die meningen maar naast elkaar bestaan.

 

Een voorbeeld. In twee van de officiële (canonieke) evangeliën staat:

Want ieder die vraagt, krijgt, en wie zoekt, vindt, en voor wie klopt, zal worden opengedaan. (Mat. 7,8 ;  Luc 11,10)

In het evangelie van Thomas (logion 2) staat:

Jezus heeft gezegd:

Dat hij die zoekt niet ophoude met zoeken tot hij gevonden heeft

 en als hij gevonden zal hebben zal hij verbijsterd zijn

en verbijsterd zijnde zal hij in verwondering opgaan

en hij zal heersen over het Al.

Wat zien we? In de officiële versie stopt het bij vinden. De diepere wijsheid en inzicht komen er niet meer in voor. Hoe komt dit? Inzicht en wijsheid worden in een machtstructuur geweerd. Gevolg: de evangeliën van Matteüs en van Marcus werden wel als officieel (canoniek) aangenomen, het evangelie van Thomas, en andere diepgaande teksten, werden geweerd.

In het Westen werd de pijler liefde weerhouden, weliswaar vaak omgebogen tot onderdanigheid, terwijl inzicht zoveel als mogelijk geweerd werd. Dit is de weg van verdeel-en-heers, “de Juliaanse weg”.

 

Nog een ander voorbeeld. Iedereen kent het woord “uitweg”. Het woord “inweg” kent niemand, het woord bestaat zelfs niet. In het Westen gaat het om de uiterlijke wereld.

De innerlijke weg is vervelend voor strategen die wensen te verdelen en te heersen, want ze hebben hier geen vat op. Wil je vast gekluisterd zijn aan het systeem? Volg de weg van de strategen. Wil je vrijheid? Ga je eigen weg.

 

En wat doet een heerser met de volgende uitspraak?

Jezus heeft gezegd:

Ik heb vuur op de wereld geworpen

en nu behoed ik het tot het oplaait.

(Evangelie van Thomas, logion 10).

Sprookjes

“Het zijn allemaal sprookjes”

Een sprookje is een mooi verhaal, dat niet waar is, aldus de overgrote meerderheid van de volwassenen. “Via sprookjes maken we de kinderen maar wat wijs, maar het is niet waar.”

 

Toch even bij stilstaan. De combinatie wijs en niet waar lijkt mij heel raar. Wijsheid is een weg naar waarheid.

 Iets wijs maken betekent, betekende voor het verkracht werd, wijsheid bijbrengen, wijsheid doorgeven. Waarom zeggen we dan – wij volwassenen –dat het niet waar is? Omdat wij vol­wassenen de waarheid in de sprookjes niet meer herkennen; het heeft niets met geloven te maken, maar met zien, met herkennen. Wij zijn in de loop van vele eeuwen altijd maar dieper in de materie weggezakt, tot dit dieptepunt waar we zowat alles vanuit de materie interpreteren. Let wel: dit is een zinvol proces, het heeft met individuatie te maken, hierover verder meer. We staan niet meer open voor niet-materiële zaken. Hierdoor herkennen we zaken uit hogere werelden, en vanuit de diepten in onszelf, niet meer. Over diepe wijsheid die in sprookjes vervat is zeggen we “we maken de kinderen maar wat wijs!”. We brengen ze via sprookjes wijsheid bij, zij het beperkt. Omdat we die wijsheid nauwelijks nog in ons hebben is het moeilijker om die door te geven.

Wat doen we? Een voorbeeld: van Sint-Nicolaas maken we een supermarktversie, met name Sinterklaas.

Doordat we die wijsheid zelf niet meer herkennen hebben we van wijsheid doorgeven “wat wijs maken” gemaakt, en dit gelijk geschakeld met bedrog ·. Wanneer we de wijsheid niet meer herkennen, dan is het vrij logisch dat we die ook niet meer erkennen. Door de loop van de jaren heen is wijsheid dan ook gevallen tot “wat wijs maken”.

 

En er is nog iets, namelijk dat kinderen de wijsheid diep in zich wel herkennen. Maar zij zijn niet in staat om die wijsheid onder woorden te brengen en om aldus de volwassenen op te voeden. Dit is ook niet de taak van kinderen.

 

Nog dit: sprookjes waren oorspronkelijk voor volwassenen bedoeld. Doordat volwassenen ze niet meer begrijpen zeiden zij dat ze voor kinderen bedoeld waren.

Het sprookje van Sint-Nicolaas

Ik ben geen sprookjeskenner, maar ik wil toch wel een poging doen om het wat toe te lichten. Hoe? Via eenvoud.

Eenvoud?

is dat alles?

nee,
eenvoud is niet alles,
maar het is wel
de belangrijkste toegangspoort
tot het AL

(website)

Eenvoud, wijsheid, onschuld; het ego heeft ze allen verkracht. Resultaat? Onder andere: “sprookjes zijn bedrog”.

 

Sint-Nicolaas behoort tot “de hemel”. Let wel: “het aards paradijs”, “de hemel”, “nirwana” en andere soortgelijke begrippen zijn geen fysieke plaatsen, maar eerder bewustzijnstoestanden. Wij kunnen ons met “de hemel” verbinden, wat betekent dat we contact maken met deze bewustzijns­toestanden.

“De hemel”, de hogere werelden, staan in contact met ons, ze zorgen voor ons en geven ons cadeautjes, bijvoorbeeld bepaalde inzichten, liefde, kracht, en andere. Ook al ervaren we dit niet als iets wat we krijgen, het is zo, naar mijn overtuiging en aanvoelen toch. De meeste mensen zijn ervan overtuigd dat dit alles uit hen zelf komt. Ten dele is dit ook zo, want de diepste kern in ons zelf is ook het hogere en staat dan ook in zeer nauw contact met de hogere werelden.

In het sprookje van Sint-Nicolaas wordt verteld dat kinderen cadeautjes krijgen van “de Sint”, van “de hemel”. Dat weten zij, zij voelen dit, zij zitten op dezelfde golflengte.

Tussendoor: waarom houden kinderen zo sterk van dieren? Omdat ze die direct aanvoelen, ze zitten ook hier op dezelfde golflengte.

Kinderen voelen er zich goed bij, zowel bij sprookjes die ze aanhoren als bij dieren.

Alles heeft voeding nodig. Sprookjes zijn geestelijke voeding.

 

Waar is het sprookje van Sint-Nicolaas misgelopen? In het sprookje worden er cadeautjes uitgedeeld, dit zijn wel geen fysieke objecten. Op een bepaald moment zijn de volwassen zelf Sinterklaas gaan spelen. Dan loopt het fout. Het kan nog veel erger. Stel dat de volwassen zelf de boze wolf gaan spelen, wat dan?

Een kind gelooft niet in Sint-Nicolaas

Volwassen geloven niet in Sint-Nicolaas. Zowat iedereen is ervan overtuigd dat kinderen er wel in geloven. Ik heb zo mijn twijfels.

 

De Sint behoort tot “de hemel”. Kinderen hebben nog een verbinding met hogere werelden. Vol­wassenen bijna niet meer, er zit vergetelheid tussen. Voor volwassenen zijn de hogere werelden voor sommigen gedeeltelijk, voor anderen zowat volledig, hermetisch gesloten. Dit betekent dat wij niet weten wat deze werelden zijn, wij hebben er geen voeling meer mee, we zitten niet op dezelfde golf­lengte.

Toch hebben we er nog vaag weet van. Hierdoor is er een leegte – een tekort, een soort gat in onszelf - ontstaan, waarvan sommige volwassenen zich bewust van zijn. Wat kunnen we hieraan doen? Hoe vullen we deze leegte op? Waarom opvullen?[1] We denken erover na, we hebben dit proberen ingevuld via het denken en hiervoor hebben we ganse denkconstructies opgezet. Wat zijn deze denkconstructies? Geloof en godsdienst.

Waarom zijn bijvoorbeeld alle godsdiensten anders? Omdat het (lagere) denken invult volgens de eigen cultuur.

Waarom zijn er zoveel godsdienstoorlogen? Omdat godsdienst haar kern heeft in denken, en (het lagere) denken is dan weer nauw verbonden met het ego, en dit wil verdelen en heersen. Zowat alle godsdiensten hebben een extremistische vleugel en voeren oorlog in naam van God.

Krishnamurti schreef:

Je kunt niet via realiteit tot waarheid komen;

je moet de beperking van de realiteit, wat het gehele denkproces is, begrijpen.

 

Kinderen zitten niet vast in denken. Zij hebben wel spontaan voeling met hogere werelden, maar dit heeft niets met geloven, noch met denken, te maken. Vandaar mijn stelling, tevens mijn overtuiging: kinderen geloven niet in Sint-Nicolaas. Het heeft met geloven niets te maken. Zij geloven ook niet in de dieren, maar ze hebben er wel een goed contact mee.

Geloven is iets anders. Met het woord geloven is wel enige voorzichtigheid geboden, dit omdat dit woord meerdere verschillende betekenissen heeft.

 Een alternatief voor geloof?

Vooraf dit: niet iedereen voelt een behoefte aan religie, laat staan aan geloof en aan godsdienst. In het verleden werd te vaak geloof en godsdienst opgedrongen. Opdringen is niet meer van deze tijd.

 

Aan wat we als zeer diep ervaren geven we vele namen zoals: Hierboven, het Al, DAT, Tao, God, het of de Onnoembare, Ongrond, ...

Wat met de leegte in ons? Ik zou zeggen: doe niets, noch proberen het op te vullen, noch weg­vluchten. Dit is heel moeilijk.

Geloof me,

moeilijker nog dan de ijver van de overgave,

is het stil en deemoedig wachten,

als je geen houvast hebt voor wat je te doen staat;

geen maatstaaf en geen richting hebt en afwacht 

of het zich aan jou kenbaar wil maken.

          Meister Eckhart

Moeilijk, maar het kan. Heel belangrijk is dat we contact krijgen met de diepe kern in ons zelf. Dit kan niet via het (lagere) denken, het kan wel via het hart. Het kan zeker in deze tijd. De energieën zijn niet meer dezelfde als pakweg tien of vijftig jaar geleden. Hierdoor is het gemakkelijker om terug in contact te staan met hogere werelden. Hierbij is het best om niet in te vullen wat dit dan zou kunnen zijn.

Even hernemen. Er kan een gevoel zijn van een gat, een leegte. En dan? Het beste is om het zo te laten.

Er is geen uitweg ...
Er is alleen een innerlijke weg ...
De innerlijke weg is de uitweg.

(artikel)

 

Als de of het Onnoembare - of welke naam je er ook aan geeft - niet diep in mij is, dan kan ik er ook onmogelijk mee in contact staan. Alles gaat met trillingen, en alles trilt met alles mee. Dit is een diepe wet. Dit contact voelen alle kinderen. Voor volwassenen is het moeilijker, maar het kan, nogmaals: zeker in deze tijd.

 

Wanneer we het contact met onszelf kwijt zijn, dan is het tijd voor grote schoonmaak. Hoe? Probeer in de eenvoud te staan, en gooi er alles uit wat overbodig is.

Je hoeft zelfs niet bang te zijn dat je het kind met het badwater weggooit. Er staat, als ik me niet vergis in de I Tjing:

Als je paard wegloopt, ren het dan niet achterna.

Als het jouw paard is komt het naar jou terug.

Alles wat echt van jou is, komt naar jou terug,

zelfs al gooi je het weg,

het komt terug.

(niet letterlijk, alleen wat ik me herinner).

 

Ook dieren geloven niet

Een voorbeeld: dieren geloven niet dat ze beschermd zijn tegen aardbevingen. Maar als het dan toch zo ver is, dan trekken ze enkele uren voordien weg uit de gevarenzone. Dit heeft met geloof niets te maken.

 

Terloops: wat is de aantrekkingskracht van dieren en van kinderen? Zij zijn echt. En volwassenen niet? Vaak niet, het denken – het lagere denken, gekoppeld aan het ego – komt er tussen geschoven.

Waarom wil de Sinterklaas van de supermarkt zichzelf verkopen als een sprookje? Om de aandacht weg te trekken dat het om een vals sprookje gaat, een “sprookje” uitgedacht door het ego. Het ego is ertussen geschoven is. Maar het ego wil stiekem zijn slag thuishalen. Stiekem? Dat is wel de tegenpool van echt.

Bij volwassenen komt het ego ertussen geschoven. Eén uitzondering: mentaal gehandicapten - ook de volwassenen - zijn altijd echt. Ook bij hen zit het denken er niet of nauwelijks tussen.

Het drieluik

We overlopen de drie luiken

1. Het sprookje van Sint-Nicolaas – 6 december

Alle kinderen zijn zeer ontvankelijk voor tal van zaken. Ze hebben een band met dieren, maar ook met energieën uit hogere werelden. Zij begrijpen dan ook sprookjes.

2. We worden volwassen – 10 december, dag van de mensenrechten

Volwassen worden brengt een persoonlijke ontwikkeling met zich mee. Hoe kan dit? Door zelf stappen te zetten en ons niet meer te laten leiden door onze ouders, onze omgeving, hogere werelden en zo meer.

We stappen de wereld in, de weidse wereld, met al haar aantrekkingspolen. Schaduwkant, ja er ontstaat een schaduwkant, we zijn gezakt tot in de dualiteit: licht en duisternis. De schaduwkant van de mens kan voor heel wat problemen zorgen, mensen zelfs kapot maken. Hierdoor moeten we ons, als maatschappij op zijn geheel, tegen wapenen. Hoe doen we dit? Door normen op te leggen, rechten en plichten. Hiertoe behoren ook de mensenrechten.

We verliezen het contact met de diepe kern in onszelf, we dalen verder af. Vandaar dat Lao Tzu zegt [2]: 1. Tao – 2. TE (“deugd”) – 3. menselijkheid – 4. Rechtvaardigheid.

Toch nog eens onderstrepen: dit proces, dat we – naar C. G. Jung – individuatie noemen, is er nodig. Het is niet de bedoeling dat we kind blijven, dat we afhankelijk blijven. Hoe doen we dit? Door vallen, tot diep in de materie vallen, weg sprookjes, weg contact met hogere werelden en zo meer, en daarna terug op te staan.

3. Opstaan!

Gevallen? Gevallen in de materie en in de dualiteit? Je gaat toch niet blijven liggen zeker? Opstaan! De mens die deze innerlijke roep gehoord heeft probeert op te staan.

Hoe staan we op? Een gans proces. De grote lijn is: de weg terug.

 

We overlopen even deze weg terug; in grote lijnen uiteraard, want over iedere stap kunnen meerdere boeken geschreven worden.

 

We klimmen terug op van 4. rechtvaardigheid naar 3. menselijkheid. De weidse wereld verliest haar aantrekkingskracht.

Jezus heeft gezegd:

Wie de wereld heeft gekend heeft een lijk gevonden

en wie een lijk heeft gevonden

de wereld is hem niet waardig.

(evangelie van Thomas, logion 56)

 

We klimmen verder op van 3. menselijkheid naar  2. TE (“deugd“). Hier schieten woorden al te kort. Het Taoïstische TE vergelijk ik met de innerlijke Goddelijke vonk diep in de mens. Hoe klimmen we op? Heel belangrijk is het verlaten van dualiteit en overgaan tot eenvoud. Het verlaten van dualiteit. Ik noem het “als zonder dan”.

Als we op het resultaat gericht zijn,
dan missen we het leven.

          (artikel)

Terug naar de eenvoud, de eenvoud van het kind. Terug begeleiding vanuit hogere werelden, maar ditmaal als eigen vrije keuze.

 

We klimmen verder op van 2. TE naar 1. Tao.

Hier is niets meer over te zeggen. Taal reikt niet tot deze diepte.

Je kunt er verschillende namen aan geven zoals Tao, God, Allah, de of het Onnoembare. Het beste is er helemaal geen naam op te plakken. Lao Tzu:

Tao die "tao" genoemd kan worden is niet de eeuwige tao. ...  (Tao Te Ching, hfst. I)

(hetzelfde kan je zeggen over God, Allah, ...)

Hier valt niets meer te zeggen.

 

Cycli

De discipelen zeiden tot Jezus:

Zeg ons hoe het einde zal zijn.

Jezus zei:

Hebt gij daarom dan het begin ontsluierd om naar het einde te zoeken?

Want daar waar het begin is daar zal het einde zijn.

Zalig hij die in het begin zal staan en hij zal het einde kennen

en hij zal de dood niet smaken.

(evangelie van Thomas, logion 18)

 Van Genesis tot Apocalyps

De Bijbel begint met het scheppingsverhaal Genesis. Hier is sprake van het aards paradijs. De Mens leefde bij God.

 

De Bijbel eindigt met de “Openbaring van Johannes”, beter bekend onder de naam “Apocalyps”. Wat lezen we?

Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep:

‘Dit is de tent van God bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. ...’

(Op 21,3)

De Onnoembare onder de mensen. Bij het begin van de schepping, bij het einde. Als je dan weet dat – op deze hoge bewustzijnsniveaus – tijd niet bestaat, dan weet je dat we altijd in contact staan, dat alles EEN is.

 

 

 

We sluiten af met Meister Eckhart:

God is thuis,

wij zijn het die naar buiten zijn gegaan.

 

 

 

 

Het sprookje

bij de mens, de Sint en het kind

 

 

 



[1] De mystica Etty Hillesum schrijft: 'Een veelheid van opborrelende gedachten wantrouw ik tegenwoordig in me, ik lig liever braak en wachtend soms'.

[2] Zie de vorige tekst, het 2de luik van dit drieluik.




Printvriendelijk